Honing met karakter: de smaak van Dronten
Je hoort het voordat je het ziet: een diep, constant gezoem dat aanzwelt zodra je de hoek omgaat. De bijenstal van Warmonderhof ligt een beetje verscholen, net buiten de gebruikelijke wandelroute van het erf. Wie dichterbij durft te komen, wordt beloond met een inkijkje in een wereld die zindert van leven. Aan de rand van de bijenkasten staat imker Jan Saal, een imposante verschijning in een leren jack. Met vaste hand tilt hij een houten raam uit de kast. De raat zit vol goudgele honing, glanzend in de zeshoekige cellen. Rond de vijftien kasten vliegen duizenden bijen af en aan. “In één volk zitten op dit moment zo’n 50.000 bijen,” vertelt Jan terwijl hij het raam terugplaatst. “Toch voelt het als één organisme. Alles en iedereen werkt samen.”
Van bankier tot imker
Jan groeide op in Amsterdam, zonder bijzondere band met de natuur. Hij werkte jarenlang als bankier, maar kwam via zijn werk in aanraking met biologisch-dynamische bedrijven. “Mens, dier en natuur in balans. Dat idee sprak me enorm aan,” vertelt hij. Nieuwsgierigheid werd passie. Jan kocht twee bijenvolken en begon in zijn tuin, met alleen boeken als handleiding. “Ik ben een self-made man,” lacht hij.
In 2002 werd hij directeur van Warmonderhof in Dronten, de landbouwopleiding waar alles volgens biologisch-dynamische principes wordt gedaan: op het erf staat alles met elkaar in verbinding. Jan verhuisde naar Dronten en zijn bijen verhuisden mee. “Een betere plek had ik me niet kunnen wensen.”

Het leven in de kast
Elke kast huisvest in de zomer een koningin, zo’n 2000 darren en tienduizenden werksters. “De darren, darren maar een beetje rond en doen niet veel meer dan de koningin bevruchten,” grapt Jan. De werksters hebben daarentegen een druk bestaan. Ze beginnen als schoonmaakster, worden voedster, bouwbij, wachter en eindigen als vliegbij. Tussendoor vervullen ze nog talloze andere functies.
De vliegbijen zijn het vaakst te zien. Ze zoemen van bloem naar bloem op zoek naar nectar, stuifmeel, water en propolis: een kleverig goedje van boomhars met schimmelwerende eigenschappen. “Daar smeren ze de hele kast mee in,” legt Jan uit. “Superslim, want zo blijft de honing houdbaar.”

Hoe honing ontstaat
Honing maken is teamwork. Vliegbijen zuigen nectar op, voegen enzymen toe en geven het door aan andere bijen. Die stoppen het in de raat en wapperen met hun vleugels om vocht te verdampen. Het resultaat: dikke, stroperige honing. “De smaak hangt volledig af van wat hier bloeit,” zegt Jan. De bijen blijven op het terrein van Warmonderhof, want daar hebben ze alles: wilgen, kattenstaart, korenbloemen, pompoenbloemen en zelfs radijszaad in de kassen. En de pas geopende pluktuin is niet alleen een feestje voor bezoekers, de bijen vinden ook moeiteloos hun weg.

De smaak van Dronten
“Elke raat smaakt anders,” zegt Jan. “In de supermarkt smaakt honing vaak gewoon zoet. Onze honing heeft lagen. Diepgang. Het karakter van de omgeving.” De hofhoning van Warmonderhof heeft een zachte smaak van lindebomen, bijna muntachtig. Met een lichte frisheid. Moeilijk uit te leggen, vindt Jan. “Je moet het gewoon proeven.”

Zorg om de bij
Achter de zoete oogst schuilt ook zorg. “Er zijn 90% minder imkers dan een eeuw geleden,” vertelt Jan. “Zonder imkers redden veel bijenvolken het niet. Ze hebben hulp nodig bij onderdak en voedsel. We moeten zuinig zijn op de bij en op de natuur. Zonder bij, geen bestuiving. En zonder bestuiving, geen voedsel.”

Kom luisteren, kom proeven
Als Jan aan stilte denkt, hoort hij het gezoem van bijen op het erf. “Als de bijen door de tuin vliegen, verandert de sfeer meteen,” zegt hij. Wie deze rust wil ervaren, het leven op de boerderij wil ontdekken, door de pluktuin wil struinen of streekproducten wil proeven, is bij Warmonderhof aan het juiste adres. “Kom luisteren naar de bijen en proef wat Dronten te bieden heeft,” sluit Jan trots af.
